Je kunt de lente ruiken, aquatisch, nog fris en geurend naar lucht. De lente heeft de winter weggeschopt. Als vanzelf komen de eerste bolletjes uit de grond. Vol verwondering volg ik hun groei. Een symfonie van vogelgeluiden komt mijn oren binnen, puur geluk. Ze zingen hun hoogste lied, helder als glas. Het voorjaar lacht en danst met mij mee. De eerste zoemende hommel, een vroege vlinder landt in al haar pracht op mijn schouder! Gouden zonnestralen strelen mijn wangen, wentelen zich glinsterend om mij heen. Ik begin op te knappen na mijn laatste operatie acht weken geleden, de zenuwpijn is nu draaglijk. De neurostimulator zit nu weer goed. Eindelijk krijg ik rust in mijn lichaam en in mijn hoofd. Ook Pippi, die ik voor altijd meedraag op mijn buik, gedraagt zich de laatste tijd voorbeeldig, weet dat zij het kan. Ik kijk nog éénmaal om en zie dat twee doorzichtige engelen een zware, grijze steen op de put schuiven. De diepe put waar ik vanaf tweeduizend veertien, tien keer uit foetushouding langs de wand naar boven moest klimmen, mij schreeuwend over de rand moest gooien. De wanden zijn uitgesleten van mijn nagels. Wat overblijft is de ijselijke vermoeidheid. Bekaf van alles wat er is gebeurd de laatste jaren. Door mindfulness training hoop ik de komende tijd het rechte pad weer te vinden, de weg met minder obstakels. Tot ik ben gearriveerd op de prachtige plek waar ik dan ben. Meer mijn grenzen te bewaken en niet door te denderen, dansend op de hobbels van mijn leven. Mediteren lukt niet altijd, zoveel gedachten, honderden dingen te doen, ben ik te streng voor mijzelf. Mijn leven blijft onrustig en soms bewerkelijk. Kan ik nog steeds niet tegen harde geluiden en drukte, heb ik energie voor maar drie uur. In de metro doe ik mijn ogen dicht en probeer mij af te sluiten van de kakafonie aan geluid van de reizigers die als mieren heen en weer rennen. Vaak brengt mijn lief mij waar ik wezen moet, hij zorgt zó goed voor mij. Alles is zo anders dan voor de medische misser die mijn leven op z’n kop zette. Een koolmeesje tikt aan de binnenkant van het vogelhuisje hier in de tuin. Zo te merken komen ze hier een tijdje wonen. Klein, groots geluk. Zittend in de tuin genietend van de lentezon, luister ik naar de muziek van de stilte en kom tot de conclusie dat ik barst van geluk. Nu, hier, op dit moment. Geniet met volle teugen van het voorjaar lieve lezer, sluit de zon in je hart en laat haar stralen.
Wat ook fijn is nu het voorjaar is aangebroken: mijn boek lezen met de titel: ‘Robot dokter had zijn dag niet…’, door uitgeverij Boekscout. Lekker met je gezicht in het zonnelicht en je mee laten voeren met mijn verhaal. Of mijn blogverhalen lezen die ik schrijf. Elke dag even schrijven heeft mijn leven veranderd, verrijkt. Krijg ik ruimte in mijn hoofd. Bedankt voor het lezen van mijn boek en alle prachtige reacties! Diepe buiging voor jou.
Foto: Adobe Stock
Reactie plaatsen
Reacties